Vertalingen durcheinander bringen DE>NL
durcheinander bringen (ww.) | duizelen (ww.) ; in de war maken (ww.) ; ontregelen (ww.) ; overhoophalen (ww.) ; verlegen maken (ww.) |
durcheinander bringen | in de war brengen |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `durcheinander bringen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: durcheinander werfenDE: jemanden verlegen machenDE: schwindelnDE: taumelnDE: verwirren